Belgisch Staatsblad

Belgisch Staatsblad
Numac: 2024003476
Datum van publicatie: 2024-04-12


Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

9 APRIL 2024. - Koninklijk besluit houdende de voorwaarden en modaliteiten betreffende de deelname door de houders van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit aan de preveilingprocedure en aan de prekwalificatieprocedure georganiseerd in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme



FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit;
Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 7undecies, § 8, eerste lid, 3° en vijfde lid, 2°, § 12, laatst gewijzigd bij de wet van 21 mei 2023, en § 15, tweede lid, ingevoegd door de wet van 15 maart 2021 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2021;
Gelet op de adviezen (A)2038, (A) 2681 en (A) 2721 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven respectievelijk op 12 december 2019, 26 oktober 2023 en op 21 december 2023;
Gelet op de adviezen van de netbeheerder, gegeven respectievelijk op 13 december 2019, 26 oktober 2023 en op 21 december 2023;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 december 2023;
Gelet op het akkoord van de staatssecretaris voor Begroting van 11 januari 2024;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse verricht op 22 november 2023 overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op advies 69.013/3 en advies 75.423/16 van de Raad van State, gegeven respectievelijk op 13 april 2021 en op 21 februari 2024 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat, om vast te stellen of de eventuele beoogde wijziging een wijziging van de steunregeling betreft die van invloed kan zijn op de beoordeling van de verenigbaarheid ervan met de interne markt, in welk geval zij moet worden beschouwd als een "wijziging van bestaande steun" en dus als "nieuwe steun" waarvoor de aanmeldingsplicht van artikel 108, lid 3, VWEU geldt, moet rekening worden gehouden met zowel de aard en de draagwijdte van deze wijziging als met de Staatsteunbeslissing van de Europese Commissie van 27 augustus 2021, onder zaaknummer SA.54915. ( HvJ 28 oktober 2021, gevoegde zaken C-915/19 tot C-917/19, punt 42.) ;
Overwegende dat de principes vervat in dit besluit reeds aan de Europese commissie werden voorgelegd in het kader van haar staatsteunbeslissing van 27.08.2021 (SA.54915) en van 29 september 2023 (SA.104336) en dat de principes vervat in dit besluit ook reeds werden besproken in het kader van de beoogde uitvoering van het ontwerpbesluit dat aan de Europese commissie werd voorgelegd tijdens de aanmeldingsprocedures die hebben geleid tot de voornoemde staatsteunbeslissingen;
Overwegende dat de principes vervat in dit besluit stroken met de principes zoals door de Europese commissie toegelicht in onderdeel 1.10.1 van haar staatsteunbeslissing van 27.08.2021 (SA.54915);

Op de voordracht van de Minister van Energie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. § 1. De definities vervat in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna te noemen "de wet van 29 april 1999", zijn van toepassing op dit besluit.
§ 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "aangrenzende Europese lidstaat" : aan het Belgisch grondgebied aangrenzende lidstaat van de Europese Unie wiens elektriciteitsnet onderling gekoppeld is met het Belgische elektriciteitsnet;
2° "aangrenzende transmissienetbeheerder" : transmissienetbeheerder of geheel van transmissienetbeheerders van een aangrenzende Europese lidstaat;
3° "aangrenzende nationale regulerende instantie" : nationale regulerende instantie van een aangrenzende Europese lidstaat;
4° "houder van in aanmerking komende onrechtstreekse buitenlandse capaciteit" : een houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit die beantwoordt aan de ontvankelijkheidscriteria vastgelegd krachtens artikel 7undecies, § 8, eerste lid, van de wet van 29 april 1999.
5° "CDS" : gesloten distributiesysteem in de zin van artikel 2, tweede alinea, 5., van Verordening (EU) 2016/1388 van de Europese Commissie van 17 augustus 2016 tot vaststelling van een netcode voor aansluiting van verbruikers.
6° "koninklijk besluit van 28 april 2021 ": het koninklijk besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme;
7° "ACER methodologie": de door ACER goedgekeurde methodologie, bedoeld in artikel 26, lid 11, onder a), van Verordening (EU) 2019/943;
8° " werkingsregels": de werkingsregels van het capaciteitsvergoedingsmechanisme bedoeld in artikel 7undecies, § 12, van de wet van 29 april 1999;
9° " de gekozen NEMO": de door de Capaciteitsleverancier gekozen marktexploitant, actief in het controlegebied waarin de CMU zich bevindt, aangesteld met toepassing van Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer, bij wie de referentieprijs wordt waargenomen;
10° " het NEMO-marktsegment": Het marktsegement, zijnde eenvormige day-ahead-koppeling, zoals bedoeld in artikel 2, 26 van de Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer, waarvoor de gekozen NEMO is aangeduid;

HOOFDSTUK II. - Preveilingen

Art. 2. Voorafgaand aan iedere veiling één jaar voor een periode van capaciteitslevering wordt een preveiling georganiseerd voor ieder van de aangrenzende Europese lidstaten.

Art. 3. § 1. Elk jaar neemt de netbeheerder een berekening voor de maximale beschikbare toegangscapaciteit met betrekking tot elke aangrenzende Europese lidstaat en voor de betreffende preveiling op in het verslag bedoeld in artikel 7undecies, § 3, eerste lid, van de wet van 29 april 1999. Deze berekening wordt gedaan overeenkomstig artikel 14 van het Koninklijk besluit van 28 april 2021.
§ 2. De commissie houdt in het voorstel van de commissie bedoeld in artikel 7undecies, § 4, van de wet van 29 april 1999 rekening met de maximale beschikbare toegangscapaciteit met betrekking tot elke aangrenzende Europese lidstaat en voor de betreffende preveiling zoals vastgesteld overeenkomstig paragraaf 1 en controleert of de capaciteit is berekend overeenkomstig de ACER methodologie.
De Algemene Directie Energie en de netbeheerder voorzien elk in hun advies bedoeld in artikel 7undecies, § 5 van de wet van 29 april 1999 een advies met betrekking tot het deel van het voorstel van de commissie bedoeld in artikel 7undecies, § 4, van de wet van 29 april 1999 met betrekking tot de elementen bedoeld in het eerste lid.

Art. 4. § 1. De minister geeft instructie aan de netbeheerder om de preveilingen te organiseren en bepaalt, op basis van het verslag en het voorstel bedoeld in artikel 3, de maximale beschikbare toegangscapaciteit voor de deelname van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit van iedere aangrenzende Europese Lidstaat.
In de instructie bedoeld in het eerste lid kan de minister desgevallend beslissen dat een preveiling met een door hem aangeduide aangrenzende Europese lidstaat niet wordt georganiseerd in de volgende gevallen:
1° indien uit het verslag van de netbeheerder bedoeld in artikel 10, vierde lid blijkt dat de uitvoering van de overeenkomst, bedoeld in artikel 10, zodanig is vertraagd dat de deelname van in deze lidstaat gevestigde onrechtstreekse buitenlandse capaciteiten volstrekt onhaalbaar is;
2° indien de maximale beschikbare toegangscapaciteit voor de deelname van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit voor deze aangrenzende Europese lidstaat lager is dan 50 MW.
§ 2. De parameters voor de preveiling zijn dezelfde als de parameters van de veiling waarop zij betrekking heeft.
De toegepaste referentieprijs voor onrechtstreekse buitenlandse capaciteiten stemt overeen met de referentieprijs van een NEMO-marktsegment dat actief is in de aangrenzende Europese lidstaat, aangeduid door elke houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit.
De modaliteiten van de referentieprijs met betrekking tot, onder andere, de keuze, wijziging, vervanging in geval van ontbrekende gegevens of stopzetting van de activiteit van de gekozen NEMO worden uiteengezet in de werkingsregels.
§ 3. De minister heft de instructie, bedoeld in de eerste paragraaf, op binnen tien dagen vanaf de ontvangst vanwege de Europese Commissie van haar beslissing dat de steunmaatregelen bedoeld in dit besluit onverenigbare staatssteun vormen in de zin van artikel 107 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Die opheffing impliceert het verbod tot organisatie van een preveilingprocedure en de onmiddellijke annulering hiervan.

Art. 5. § 1. Elke houder van in aanmerking komende onrechtstreekse buitenlandse capaciteit heeft het recht op deelname aan de preveiling indien diens dossier voldoet aan de volgende toelatingsvoorwaarden:
1° de betrokken onrechtstreekse buitenlandse capaciteit is aangesloten op een transmissie- of distributienet, of een CDS, van deze aangrenzende Europese lidstaat;
2° de CO2 uitstoot van de betrokken onrechtstreekse buitenlandse capaciteit voldoet aan de vereisten bepaald in de werkingsregels, die in werking zijn op het moment dat de instructie bedoeld in artikel 4, § 1, in werking treedt;
3° de houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit verstrekt een financiële garantie ten gunste van de netbeheerder, waarvan de modaliteiten zijn bepaald in de werkingsregels, die in werking zijn op het moment dat de instructie bedoeld in artikel 4, § 1, in werking treedt;
§ 2. De netbeheerder publiceert op zijn website de model-documenten die door de houders van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit dienen gebruikt te worden teneinde aan te tonen dat de toelatingsvoorwaarden vervat in paragraaf 1 zijn vervuld. Deze model-documenten kunnen ook ontworpen worden teneinde gebruikt te worden door de houders van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit om de vervulling van de toelatingsvoorwaarden bedoeld in artikel 7undecies, § 8, eerste lid, 1° en 2°, van de wet van 29 april 1999 aan te tonen. De commissie kan in de werkingsregels bepalen in welke gevallen de vervulling van toelatingsvoorwaarden aangetoond kan worden door middel van een verklaring of een verbintenis in hoofde van de houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit.
De netbeheerder publiceert ook een document dat alle praktische modaliteiten in verband met de deelname van onrechtstreekse buitenlandse capaciteiten aan de preveilingen omvat.

Art. 6. Uiterlijk op 12 april dient de houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit zijn toelatingsdossier met het oog op deelname aan een preveiling in bij de netbeheerder.
De netbeheerder controleert het toelatingsdossier in samenwerking met de betrokken aangrenzende transmissienetbeheerder.
Uiterlijk 4 werkdagen na 15 mei stelt de netbeheerder de houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit in kennis van het resultaat van zijn controle van de toelatingsvoorwaarden.

Art. 7. § 1. Elke houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit wiens toelatingsdossier door de netbeheerder is aanvaard, is gerechtigd om één of meer biedingen in te dienen in het kader van een preveiling.
De bieding(en) worden uiterlijk op 25 mei ingediend. Elke bieding bevat ten minste een prijs en een volume.
De netbeheerder informeert uiterlijk op 12 juni ieder houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit die minstens één bieding heeft ingediend in het kader van de preveiling over het feit of de bieding(en) al dan niet werd(en) geselecteerd.
De resultaten van elke preveiling worden doorgegeven aan de commissie zodat zij haar controle kan uitoefenen overeenkomstig artikel 7undecies, § 13, van de wet van 29 april 1999.
De resultaten van elke preveiling worden gepubliceerd op de website van de netbeheerder op hetzelfde moment als die van de veilingen bedoeld in artikel 7undecies, § 10, van de wet van 29 april 1999. De resultaten worden ook meegedeeld aan de minister.

Art. 8. De beoordeling van het prekwalificatiedossier van de houders van onrechtstreekse buitenlandse capaciteiten gebeurt door de netbeheerder in samenwerking met de aangrenzende transmissienetbeheerder volgens de ACER methodologie en, desgevallend, volgens de akkoorden bedoeld in artikel 10. In dat kader maakt de aangrenzende transmissienetbeheerder gebruik van het door ENTSO-E opgezette register, overeenkomstig artikel 26, lid 10, a), van Verordening (EU) 2019/943.

Art. 9. De houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit wordt bevrijd van zijn verbintenis die verband houdt met de financiële garantie in de hierna volgende gevallen:
1° de bieding van de houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit wordt niet geselecteerd na afloop van de preveiling; of
2° de houder van onrechtstreekse buitenlandse capaciteit wiens bieding wordt geselecteerd na afloop van de pre-veiling doorloopt succesvol de prekwalificatie en neemt deel aan de veiling maar wordt niet geselecteerd na afloop van de veiling.

HOOFDSTUK III. - Netbeheerdersakkoorden

Art. 10. De netbeheerder sluit akkoorden af met iedere aangrenzende transmissienetbeheerder voor de organisatie van de onrechtstreekse buitenlandse deelname bedoeld in artikel 7undecies, § 8, eerste lid, 3°, van de wet van 29 april 1999. Deze akkoorden vullen de ACER methodologie aan en geven, indien van toepassing, uitvoering aan artikel 7undecies, § 15, tweede lid, van de wet van 29 april 1999.
In het geval dat een capaciteitsvergoedingsmechanisme toegepast wordt in de aangrenzende Europese lidstaat waar de onrechtstreekse buitenlandse capaciteit gesitueerd is, is in het akkoord met de aangrenzende transmissienetbeheerder gesloten overeenkomstig artikel 7undecies, § 15, tweede lid, van de wet van 29 april 1999 de voorafgaandelijke aanvaarding van deze aangrenzende transmissienetbeheerder opgenomen dat de kosten van de netbeheerder die verband houden met de deelname van de Belgische capaciteit aan het capaciteitsvergoedingsmechanisme van de betrokken lidstaat, rechtstreeks of onrechtstreeks via het capaciteitsvergoedingsmechanisme van deze lidstaat worden gedragen.
De akkoorden zoals bedoeld in het eerste lid worden goedgekeurd door de Commissie, met uitzondering van de louter operationele modaliteiten in uitvoering van de betreffende akkoorden. De goedgekeurde akkoorden worden overgemaakt aan de minister en de Algemene Directie Energie.
Uiterlijk binnen zestig dagen na de inwerkingtreding van dit besluit en vervolgens jaarlijks, maakt de netbeheerder een verslag over aan de minister en de commissie met een overzicht van de stand van zaken van de sluiting van de akkoorden bedoeld in het eerste lid en van hun uitvoering.

HOOFDSTUK IV. - Akkoorden tussen reguleringsinstanties

Art. 11. De commissie kan akkoorden afsluiten met iedere aangrenzende nationale regulerende instantie teneinde de uitoefening van zijn bevoegdheden te faciliteren wat betreft de deelname van onrechtstreekse buitenlandse capaciteiten. Desgevallend, kunnen deze akkoorden onder andere de adequate administratieve regelingen omvatten voor het afdwingen van niet-beschikbaarheidsbetalingen over grenzen heen.
De in het eerste lid bedoelde akkoorden worden gepubliceerd op de website van de commissie.

HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 13. De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 april 2024.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Energie,
T. VAN DER STRAETEN .