18 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen en van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg betreffende langere en zwaardere voertuigen
FILIP,
Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet
op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968; artikel 1, eerste
lid; Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor
vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1, gewijzigd
bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 augustus 1996, 27 november 1996, het koninklijk besluit
van 20 juli 2000; Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement
op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen; Gelet
op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer
en van het gebruik van de openbare weg; Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen; Gelet
op het advies van de raadgevende commissie administratie-nijverheid, gegeven op 26 september 2017; Gelet
op het advies 62.902/4 van de Raad van State, gegeven op 26 februari 2018, met toepassing van artikel
84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op
de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel
1. In artikel 32bis van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische
eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen,
worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° Een punt 3.1.3.7. wordt ingevoegd, luidende: "Voor
langere en zwaardere slepen, die onder de voorwaarden bepaald door de overheden bevoegd voor de infrastructuur
aan het verkeer deelnemen: 25,25m."; 2° In punt 3.3. wordt tussen het eerste lid en het tweede
lid, een lid ingevoegd, luidende: "Langere en zwaardere slepen, die onder de voorwaarden bepaald
door de overheden bevoegd voor de infrastructuur aan het verkeer deelnemen, moeten zo gebouwd en ingericht
zijn dat ze kunnen rijden in een ring gevormd door een buitencirkel met straal van 14,50 m en een binnencirkel
met straal van 6,50 m zonder dat een deel van de voertuigen of de combinaties van voertuigen buiten deze
ring oppervlakte komen.". Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 49bis ingevoegd, luidende: "Art.
49bis. Reminrichtingen van langere en zwaardere slepen die onder de voorwaarden bepaald door de overheden
bevoegd voor de infrastructuur aan het verkeer deelnemen. Gezien langere en zwaardere slepen
maximale massa's en/of langere afmetingen hebben dan voorzien voor de voertuigen van de klasse II, dient
men erover te waken dat de responstijden van de remcircuits voldoen aan dit besluit inzake reminrichtingen,
door de eventuele plaatsing van bijkomende tussenkleppen op de voertuigen. De harmonisering van het remsysteem
van de sleep moet worden verzekerd. Deze voertuigen moeten uitgerust zijn met een remsysteem
dat voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° de systemen Electronic Braking System `EBS' en
Electronic Stability Control `ESC' of Rolling Stability System `RSS' zijn aanwezig en vervullen nog hun
functie. De calculator en de modulator van het EBS reageren onmiddellijk in functie van de ladingsgraad
van de voertuigen; 2° alle asgroepen, gelegen tussen het trekkend voertuig en de laatste asgroep
van de langere en zwaardere sleep, hebben een reactietijd die gelijk is aan deze van de laatste asgroep
+ 0,1s. De reactietijd van een asgroep is de gemiddelde waarde van de reactietijden van alle assen deel
uitmakend van deze asgroep. Deze eisen worden aangetoond door middel van een testrapport, afgeleverd
door een erkende technische dienst. De voertuigen moeten overigens over een remcircuit beschikken
met remschijven of trommels en dienen uitgerust te zijn, op iedere as, met de technologie van de luchtgeveerde
ophangingen en/of niet-luchtgeveerde ophangingen die aan de eisen van bijlage 14, artikel 1 van dit besluit
beantwoorden.". Art. 3. In het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement
op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg wordt een artikel 17.3 ingevoegd,
luidende als volgt: "Art. 17.3. Bestuurders van langere en zwaardere slepen, die onder de voorwaarden
bepaald door de overheden bevoegd voor de infrastructuur aan het verkeer deelnemen, mogen buiten autosnelwegen
voertuigen die meer dan 50 km/u rijden niet inhalen.". Art. 4. In artikel 49.1, van hetzelfde
besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 juni 2011 en 29 januari 2014 wordt het tweede
lid aangevuld met een streepje, luidende: "- het trekkend voertuig van een langere en zwaardere
sleep, die onder de voorwaarden bepaald door de overheden bevoegd voor infrastructuur aan het verkeer
deelneemt, mag twee aanhangwagens trekken.". Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang
van 1 maart 2018. Art. 6. De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering
van dit besluit. Gegeven te Brussel, 18 maart 2018. FILIP Van Koningswege
: De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT